14 september 2021
Bijna 18 procent van het Nederlandse electoraat, dat zijn bijna twee en een half miljoen kiesgerechtigden, heeft een migratieachtergrond. In hoeverre speelt deze migratieachtergrond mee in het gedrag van deze kiezers? Uit onderzoek weten we dat het hebben van een migratieachtergrond in veel gevallen een obstakel kan zijn om politiek te participeren en vooral om onderdeel uit te maken van het politieke systeem. Maar als groepen niet meedoen aan de democratie, wordt het vertrouwen in het democratische systeem ondermijnd en de stem van specifieke groepen niet goed gehoord. En dat is bijvoorbeeld problematisch als een groep specifieke problemen heeft die door hun lage participatiegraad niet op de politieke agenda komen.
In hun essay ‘Representatief. Een essay over diversiteit in de Nederlandse politiek’, kijken politicologen Floris Vermeulen en Piotr Marczyński naar factoren die van invloed zijn op de politieke participatie en representatie van mensen met een migratieachtergrond in Nederland. Ze beschouwen hierbij het aanbod, de instroom en het behoud van kandidaten, en tot slot de doorstroom naar uitvoerende en invloedrijke politieke functies.
Wat betreft de instroom noemen Vermeulen en Marczyński de situatie in Nederland in internationaal vergelijkend perspectief evenrediger dan in de meeste van de ons omringende landen, vooral op nationaal niveau en in de grote steden. ‘Deze relatief hoge instroom in Nederland heeft echter niet geleid tot een grote doorstroom naar bestuurlijke functies’, stellen de auteurs. Ook zien ze grote verschillen tussen minderheidsgroepen. Turkse Nederlanders zijn bijvoorbeeld oververtegenwoordigd waar het gaat om instroom, maar juist ondervertegenwoordigd bij de doorstroom naar invloedrijke posities.
Het relatief open karakter van het Nederlandse electorale stelsel noemen de auteurs een belangrijke factor in de relatief hoge mate van instroom. Het publieke en politieke debat rond immigratie, diversiteit en islam lijkt juist een negatieve impact te hebben op de doorstroom en deels op de instroom van bepaalde groepen.
Deze ontwikkeling heeft er volgens de auteurs onder andere voor gezorgd dat voor een deel van het electoraat met een migratieachtergrond, met name kiezers die zichzelf identificeren als moslims, de relatie tussen identiteit en politiek sterker is geworden. ‘Het hebben van een migratieachtergrond heeft een sterkere invloed gekregen op het stemgedrag en lijkt voor sommige politici ook een groter obstakel te zijn geworden in hun in- en doorstroom kansen’, aldus Vermeulen en Marczyński.
Hoe kunnen politieke partijen en beleidsmakers participatieve en representatieve ongelijkheid bestrijden? De auteurs zien twee mogelijkheden voor verandering:
Floris Vermeulen en Piotr Marczyński (2021), ‘Representatief. Een essay over diversiteit in de Nederlandse politiek’, Kennisbank Openbaar Bestuur. Download het rapport.